Op uitnodiging van Van Rompuy kwamen de EU-leiders in Brussel bijeen voor overleg over de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf met Europese fondsen en het versterken van de gemeenschappelijke markt.
Naast strengere begrotingsdiscipline, de oprichting van noodfondsen en de reddingsacties voor landen in problemen moet Europa meer doen voor duurzame, economische groei. ,,Er zijn geen snelle oplossingen”, zo luidde de eindtekst. ,,We moeten meer doen om Europa uit de crisis te halen.”
Jeugdwerkloosheid
De leiders maken zich met name zorgen om de grote jeugdwerkloosheid. In de strijd hiertegen wil Europa dat het aantal stage- en traineeplekken groter wordt. Daarnaast moeten ongebruikte EU-gelden worden ingezet in de landen met de hoogste jeugdwerkloosheid. Dat zijn Spanje, Griekenland, Portugal en Italië. Daarnaast moeten jongeren na afronding van hun opleiding binnen enkele maanden een baan, stageplaats of aanvullende opleiding aangeboden krijgen.
Voor het midden- en kleinbedrijf moeten regels versimpeld worden. Het moet ook makkelijker worden over de grens heen werk te vinden. Ook de handel moet veel simpeler door de invoering van een elektronische handtekening.
Alleen Zweden kan zich niet toeleggen op de afspraken. Dat heeft te maken met het feit dat in het Scandinavische land werkgelegenheid geen zaak van de politiek is, maar alleen van werkgevers en vakbonden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl